Er is met zekerheid vastgesteld dat stroom het hart defibrilleert. Het belang van stroom bij defibrillatie kan echter over het hoofd gezien worden, omdat defibrillatie-instellingen met energie en niet met stroom worden aangegeven. Energie is eigenlijk het product van drie variabelen:
Basiskennis van elektriciteit komt van pas om de verschillen tussen bifasische pulsvormen te begrijpen. De componenten van elektriciteit worden vaak in watertermen omschreven: spanning staat dan gelijk met druk, zoals de druk die in een watertank ontstaat, en stroom met stroming.
Met de energie-instelling op een defibrillator wordt verwezen naar de hoeveelheid spanning die op de condensator in het apparaat wordt geladen. Deze correlatie is echter niet dezelfde voor ieder apparaat. Een bepaalde fabrikant kan bijvoorbeeld 1500 Volt laden voor een instelling van 200 J, terwijl een andere fabrikant 2200 Volt laadt. Daarom is de vergelijking van energie-instellingen tussen apparaten niet meer relevant.
De hoeveelheid stroom die aan het hart wordt afgegeven, hangt af van twee factoren: spanning en impedantie. De hoeveelheid stroom die aan het hart wordt afgegeven, wordt bepaald door spanning/impedantie. (Deze relatie staat bekend als de wet van Ohm).
Voor een gegeven energie-instelling hangt de stroom dus af van 1) de gebruikte hoeveelheid spanning voor een gegeven energie-instelling op een bepaald apparaat en 2) de patiëntimpedantie.
Het is ook belangrijk het onderscheid te maken tussen twee verschillende soorten stroom: gemiddelde stroom en piekstroom. Piekstroom is de maximale hoeveelheid stroom die aan het hart wordt afgegeven. Te veel piekstroom kan leiden tot elektroporatie (vorming van hydrofiele poriën in het celmembraan door een sterk extern elektrisch veld; de basismechanismen van weefselbeschadiging bij elektrische schokken met hoge spanning) van de hartspiercellen, wat een verslechterde werking van het hart kan veroorzaken. Gemiddelde stroom is de gemiddelde hoeveelheid stroom die gedurende de schok aan het hart wordt afgegeven. Volgens de algemene overtuiging is deze component verantwoordelijk voor een geslaagde defibrillatie.
Het doel van een defibrillatieschok is de juiste hoeveelheid gemiddelde stroom af te geven, waarbij de piekstroom zo laag mogelijk wordt gehouden.
Lees meer over de unieke voordelen van de Rectilinear Biphasic™-pulsvorm van ZOLL:
Elektriciteitsbeginselen
Meer stroom bij 200 J dan andere bifasische pulsvormen bij 360 J
Optimale duur voor defibrillatieschokken
Superieur voor cardioversie van boezemfibrilleren
Superieur voor defibrillatie van ventrikelfibrilleren
Superieur voor defibrillatie van een hartstilstand buiten het ziekenhuis
Aanbevelingen voor gebruik van bifasische pulsvormen bij kinderen
Bibliografie