Bifasische technologie - Impedantie

Nieuwe controle voor patiëntimpedantie

Patiëntimpedantie beïnvloedt direct de hoeveelheid stroom die aan het hart wordt afgegeven. Terwijl de gemiddelde patiëntimpedantie gewoonlijk rond 75 Ohm schommelt, kan deze variëren tussen 35 en 150 Ohm. Deze variatie kan het moeilijk maken om de juiste 'dosis' elektrische therapie voor te schrijven.

De Rectilinear Biphasic™-pulsvorm van ZOLL verschilt van alle andere bifasische pulsvormen op het gebied van hoe de totale impedantie beheerst wordt. De ZOLL RBW gebruikt een reeks digitale weerstanden in de doos die 0 tot 70 Ohm aan apparaatweerstand aan de patiëntimpedantie kunnen toevoegen. Deze weerstanden hebben twee belangrijke functies: ten eerste, compenseren zij voor variaties in de patiëntimpedantie ter beheersing van de 'totale' impedantie; ten tweede, houden zij de gemiddelde stroomaflevering relatief constant gedurende de eerste fase van de schok.

Hoe werkt RBW-impedantiecontrole?

Voor de toediening van de schok wordt een impedantietestpuls van 250 µsec afgegeven. Tijdens deze testpuls wordt de volledige 70 Ohm van de apparaatweerstanden ingeschakeld en wordt de hoeveelheid stroom dat door de patiënt vloeit, gemeten. Zodra de patiëntimpedantie berekend is, wordt de apparaatweerstand behouden of verminderd op basis van de patiëntimpedantie, zodat de totale impedantie (apparaat + patiënt) relatief constant blijft.

RBW-patiëntimp

De hoeveelheid stroom die tijdens een defibrillatieschok wordt afgegeven, begint gewoonlijk met een piek en zwakt vervolgens geleidelijk af. Voor een ideale defibrillatie moet de hoeveelheid piekstroom echter zo klein mogelijk zijn en moet de gemiddelde stroom zo constant mogelijk blijven. De apparaatweerstanden in de ZOLL RBW passen zich aan (verminderen) gedurende de eerste fase van 6 ms, zodat de hoeveelheid stroom relatief constant blijft. Hieraan heeft de ZOLL RBW zijn kenmerkende 'zaagtand'-vorm te danken.


ZOLL RBW-impedantiecontrole

Patiëntimpedantie

Patiënten met een hoge impedantie vormen de enige uitzondering op deze functie. In dat geval heeft de patiënt alle mogelijke stroom nodig en worden de apparaatweerstanden tijdens de gehele schok uitgeschakeld. De pulsvorm voor deze groep patiënten ziet er dan meer uit als een typische bifasische, afgeknotte, exponentiële pulsvorm, maar zelfs deze patiënten ontvangen nog altijd meer stroom met de ZOLL RBW dan met om het even welk ander apparaat. De duur blijft vast op 10 ms.